Brandnetelgier en andere plantenextracten voor je tuin

Plantenextracten lijken misschien een onbekend begrip, maar als je je realiseert dat brandnetelgier in feite ook een plantenextract is, is het jou als tuinier waarschijnlijk een redelijk bekend begrip. Eigenlijk is brandnetelgier een gefermenteerd extract. En in zijn meest eenvoudige vorm makkelijk te maken door een flinke bos brandnetel in stukjes te knippen en deze in een ton met water een paar dagen te laten staan. Jouw planten zijn er dol op! Dat vele andere planten ook belangrijke werkzame stoffen hebben is misschien minder bekend. Het ene plantenextract het andere niet is. Probeer het eens uit! Je tuin zal je rijkelijk belonen.

Plantengier is een vorm van een extract, evenals een thee of een koud aftreksel. Water en plantonderdelen gaan een binding aan waardoor werkzame stoffen vrij komen. Door zulke extracten toe te voegen aan je tuinplanten geef je ze in feite een stel stoffen in hoge dosis mee die moeder natuur allang voor haar gewassen in petto had. Daarmee kun je chemische tuinmiddelen helemaal links laten liggen. Extracten passen dan ook heel goed bij de aanpak van natuurlijk of biologisch tuinieren en een extract fungeert grosso modo als een biostimulant (of plantverbeteraar), ongedierte- of schimmelbestrijder, of een bodem- en compostverbeteraar, of een combinatie daarvan.

Het basiskwartet
Er zijn al gauw 30 planten te bedenken die een nuttige rol hebben in je tuin. En met brandnetel, smeerwortel, heermoes en varen heb je een mooie beginnersset te pakken.

Brandnetel is ongetwijfeld de bekendste, maar ook smeerwortel is geliefd. Ze hebben beiden de bijzondere eigenschap dat zij het microbiële bodemleven stimuleren. Tevens versterken ze het afweermechanisme van planten en stimuleren ze hun groei (van kiem tot vrucht, en van wortel tot blad). Daarom zijn ze op veel momenten in het jaar heel waardevol.
Heermoes levert een oppepper en werkt preventief tegen schimmels. Zijn extract verbetert de opname van voedingsstoffen die diep in de grond zitten, onder andere van calcium.

De vierde loot van dit basiskwartet is varen. Diens zwavelhoudende stoffen vormen een hele goede aanvulling bij de werkzame stoffen van de andere planten. Varenextracten zijn ook nuttig bij de beheersing van insectenplagen, onder andere van luizen.

De kunst van extracten maken
Extracten maak je op waterbasis en je voegt de voedingsstoffen dus gewoon toe met je gieter of met een grotere sproeier, handig voor echt grotere hoeveelheden en tuinen. Gewoon een kwestie van de juiste planten in een emmer water zetten, zou je denken. En in de basis klopt dat ook en kun je het ook zo wel doen. Maar wil je echt voordeel trekken en lol krijgen in de kunst van het maken, leer dan hoe de verschillende methodes verschillende effecten hebben.

Er zijn verschillende methodieken van extracten zijn, die allemaal hun eigen werking hebben. Temperatuur en de tijdsduur waarmee een extract wordt getrokken zijn daarbij de grootste verschillen. Zo kan een plant waarvan thee op bijv 90 graden wordt getrokken een andere werking hebben dan wanneer dit op 80 graden wordt gedaan, of als het als koud aftreksel wordt verwerkt. Ook is de kwaliteit van het water van invloed, waarbij regenwater de voorkeur heeft.

Gier
Gier is preciezer gezegd een gefermenteerd extract en als brandnetelgier is dit de meest bekende en gebruikte toepassing. Hierbij laat je grofweg 1 kg brandnetelblad per 10 liter water zo’n 2 à 3 weken staan, je roert het dagelijks even door, filtert en verdunt het om het vervolgens te kunnen gebruiken. Brandnetelgier heeft de reputatie behoorlijk te kunnen stinken, maar bij een nauwgezet proces kun je dit voorkomen en zal je gier geoptimaliseerd zijn. Tijdens deze fermentatie worden niet alleen de plantendelen uit de brandnetel geactiveerd, maar ook de bacteriën en ontelbare enzymen die van nature op de plant aanwezig zijn.

Afkooksel
Bij een afkooksel worden de planten eerst een dag in water voorgeweekt, en vervolgens opgekookt. Vooral planten als heermoes, absintalsem, smeerwortel en de wortels van de brandnetel zijn hier geschikt voor, omdat ze dikke of houtachtige plantendelen hebben. Bepaalde werkzame stoffen kunnen alleen met een afkooksel geactiveerd worden. Thujon is daarvan een voorbeeld, dat voorkomt in de absintalsem, en fruitmot op een afstand houdt.

Plantenthee
In het geval van plantenthee zet je letterlijk thee van de planten. Hierbij is de temperatuur van het water bepalend voor welke stoffen er geactiveerd worden. Zo komen er bij brandnetelthee die tot 80 graden Celcius verwarmd wordt stoffen vrij als mierenzuur, galluszuur en hystaminezuur, die samen een luizen dodende werking hebben. Deze stoffen worden echter weer afgebroken als het water heter wordt dan 90 graden.

Koud aftreksel
De vierde methode , de koude aftreksels, is makkelijk te maken maar wordt in de praktijk niet zoveel gebruikt. Je laat hierbij de plantendelen een dag in koud water staan, en gebruikt het dan gelijk omdat deze bereidingen niet houdbaar zijn in verband met kans op gisting. Planten die hiervoor vaak gebruikt worden zijn rabarber, brandnetel, Oost-Indische kers en mierikswortel.

Natuurlijk evenwicht
Plantextracten passen goed in een biologische aanpak. In eerste instantie is het de kunst in een biologische tuin om het natuurlijk evenwicht te bewaken en de natuur zoveel mogelijk haar werk zelf te laten doen. Maar soms wil je toch tegengas geven aan een plaag of een ziekte of andere planten juist een zetje. En in een moestuin grijpen we eigenlijk al per definitie in dit natuurlijke evenwicht in door er planten in te zetten die van nature hier niet voorkwamen. Denk hierbij aan de aardappel die oorspronkelijk uit Peru komt, maar ook komkommers en tomaten komen vanuit andere windrichtingen. De planten extra ondersteunen is daarom vaak geen overbodige luxe. Daarbij is wel gezegd dat de zorg voor de bodem en het tuinecosysteem en het toedienen van goede compost de basis is, en dat plantenextracten hierbij kunnen ondersteunen.

Het werkende principe van extracten
In de natuur leven plant en plaag al miljoenen jaren samen en altijd ontstonden er nieuwe evenwichten: planten zijn blijven groeien en zich blijven ontwikkelen. Hierdoor zijn er bij planten complexe beschermingsmechanismen ontstaan waar we in onze tuinpraktijk gebruik van kunnen maken. Door plantenextracten te maken komen de stoffen die in en op de plant zitten beschikbaar in het extract. Deze stoffen zijn niet alleen voeding voor de planten waar ze aan worden gegeven, maar er gebeurt meer! Als je een moestuinplant bespuit met het juiste extract, zullen de diverse stoffen die erin zitten, bij de plant de indruk geven dat ze wordt aangevallen door belagers. Hierdoor gaat de plant haar afweermechanismen activeren, en hebben de echte belagers het veel moeilijker om de plant te schaden. Dit kun je vergelijken met een mens die door een gezonde leefstijl zijn natuurlijk weerstand verhoogt. Door eens in de 2 à 3 weken een rondje door je tuin te maken met (een mengsel van) plantenextracten, zullen de planten dus beter in hun vel komen te zitten.

Als er zich ziekten en plagen voordoen waar de planten teveel last van krijgen, kunnen plantenextracten ook curatief worden gebruikt. Planten als knoflook, lavendel, afrikaantje en vlier bevatten natuurlijk stoffen die werkzaam of afwerend zijn tegen bladluizen, rupsen, witte vliegen, mollen en muizen. Maar de kunst blijft natuurlijk om zoveel mogelijk preventief te werk te gaan.