Tien redenen om niet te spitten

Op de eerste mooie voorjaarsdag zullen je handen jeuken om in de tuin aan de slag te gaan. En misschien lijkt spitten een van de eerste klussen die het tuinjaar inluiden. Want, zo je jezelf verzekert ‘het moet’. Maar hoe kan het dan dat in de natuur alles groeit zonder dat er iemand langskomt om de grond los te maken? No-dig is het devies. Als je stopt met spitten, de bodem met rust laat en voor een permanente bedekking zorgt, dan zal de grond in jouw tuin op den duur net zo’n mooie losse structuur krijgen en natuurlijk vruchtbaar zijn. Vera Greutink geeft in haar populaire boek Tuin Smakelijk! 10 redenen om niet te spitten. We delen ze graag met je in deze blog. Beter voor je rug, beter voor je tuin!

1. Spitten vermeerdert wortelonkruid 
Bij het spitten worden de wortels van vaste onkruidsoorten zoals zevenblad en kweekgras in stukken gehakt en uit elk stukje zal een nieuwe plant groeien. Alle stukjes wortel eruit peuteren lukt nooit. Daarom is afdekken veel efficiënter en eenmalig. 

2. Spitten doet onkruidzaad ontkiemen
De onkruidzaden die altijd in de grond aanwezig zijn en soms vele decennia op hun kans liggen te wachten, vangen bij het spitten een flits van licht, wat een signaal tot ontkiemen is. De natuur probeert kale grond zo snel mogelijk weer met planten te bedekken om erosie te voorkomen. In ongespitte, ongestoorde en goed gemulchte grond blijven de zaden slapend. 

3. Rugbelasting voorkomen
Spitten is zwaar voor de rug, je kunt er zelfs spit en spijt van krijgen. Spit je om calorieën te verbranden, zoek dan liever een manier van bewegen die minder belastend is voor je rug. 

4. Rust voor het bodemleven
De grond zit vol levende organismes, die allemaal hun functie hebben in de natuurlijke kringloop. Bij het spitten worden organismes die dieper in de grond leven blootgesteld aan te grote hoeveelheden zuurstof en organismes die dicht bij de oppervlakte leven, worden begraven. Elke keer dat we spitten, doden we veel van onze helpers en moet de bodem zich telkens opnieuw herstellen. 

5. Co2-uitstoot verminderen
Bij het spitten reageert de in de grond aanwezige koolstof met de zuurstof uit de lucht. Daardoor ontstaat Co2, wat een bijdrage levert aan het broeikaseffect. Er wordt zelfs beweerd dat wereldwijd stoppen met grondbewerking genoeg zou zijn om het broeikaseffect te verhelpen. 

6. Minder water geven
Ongespitte grond die regelmatig gemulcht wordt met organisch materiaal neemt beter vocht op en houdt het beter vast dan bewerkte grond. Daarom hoeven we minder water te geven.  

7. Bodem op een natuurlijke manier voeden
In de natuur komt alle voeding van bovenaf en vervolgens wordt ze geleidelijk afgebroken en omgezet door bodemorganismes. Het onderspitten van organisch materiaal dat niet volledig verteerd is, kan een tijdelijk stikstoftekort veroorzaken. De grovere delen van compost zijn rijk aan koolstof, terwijl de bodem organismes die voor vertering zorgen stikstof als voedsel nodig hebben. Het stikstof onttrekken ze dan aan de bodem, waardoor planten niet genoeg voeding krijgen. op de oppervlakte gebeurt het geleidelijk, maar bij onderspitten kan het nadelig zijn voor plantengroei. 

8. Betere grondstructuur
Spitten, vooral als de grond nat of bevroren is, kan feitelijk de grondstructuur beschadigen. oppervlakkig mulchen stimuleert hoge wormenactiviteit. Wormen kunnen, door gangen te maken, ook vrij compacte grond losmaken. 

9. Tijdbesparing
Niet alleen het spitten zelf neemt veel tijd in beslag, maar gespitte grond is ook bewerkelijker – er moet meer gewied en vaker begoten worden. Wie niet spit houdt meer tijd over voor de leukere tuinklusjes, zaaien en oogsten bijvoorbeeld. 

10. Voorsprong in het voorjaar
In plaats van in het voorjaar te spitten, hoef ik alleen maar de wintermulch aan de kant te harken en de grond een paar dagen te laten opwarmen. Vervolgens kan er gezaaid worden en kan ik de eerste blaadjes en radijsjes eerder oogsten. gespitte grond moet eerst een nieuwe balans vinden en de groei is daarom in ongespitte grond vooral in het voorjaar sneller.